top of page

Schoolrijpheid 

4. Auditief en visueel

Over goed luisteren, goed kijken en verschillen zoeken.

Auditieve vaardigheden

  • Luisteren

    • Leer je kind luisteren naar geluiden uit de omgeving.

    • Leer je kind luisteren naar verhalen.

    • Leer je kind spelen met klanken.

  • Geheugen

    • Train het auditief geheugen met versjes en liedjes.

  • Rijmen

    • Laat je kind rijmen: zoek een woord dat rijmt op ‘boot’.

 

  • Raden en klappen

    • Raad het woord dat ik in stukjes zeg: o-li-fant.

    • Klap een woord in stukjes: boe-ken-tas.

    • Klap in je handen als je een woord hoort dat begint met een ‘k’: rood, kat, poes.

 

  • Filmpjes

    • Binnenkort beschikbaar

Visuele vaardigheden

  • Speelgoed

    • Gebruik speelgoed waarbij een beroep gedaan wordt op visuele waarneming.

      • Zoals domino, lottospelen, puzzels, memory, nabouwen.

  • Verschillen en gelijkenissen zoeken

    • Zoek de verschillen tussen twee soortgelijke tekeningen.

    • Laat je kind oefeningen maken zoals ‘Zoek de 7 fouten’, 'Waar is Wally?',...

  • Kijken en benoemen en vragen stellen

    • Kijk naar een tv-programma voor kleuters en stel er vragen over.

    • Doe het spelletje: ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’. 

      • Ik zie iets paars en rond en het ligt onder de tafel.

  • Letters zoeken

    • Zoek de letters van je naam op een pagina in de krant of tijdschrift.

    • Benoem regelmatig de letters van een woord of naam en laat je kind ook de letters benoemen.

  • Filmpjes

    • Binnenkort beschikbaar​

bottom of page