top of page

Schoolrijpheid 

3. Lichaamsschema en zelfredzaamheid

Kennen van het lichaam en zelf activiteiten doen.

Lichaamsschema

  • Benoemen van lichaamsdelen

    • Laat je kind de verschillende lichaamsdelen benoemen.

      • ​Tijdens het wassen of aan- en uitkleden.

      • Terwijl het in de spiegel kijkt.

      • ​Teken het lichaam van je kind op een groot blad en laat hem benoemen.​

      • Laat het kind alle vingers benoemen.

  • Vragen stellen

    • Hoeveel benen heb je? Waar is je neus? Wat zit er onder je neus?

    • Hoeveel schouders heb je en kan je ze eens tonen?

    • Welke hand is dit? Hoeveel handen heb je?

    • Hoeveel oren, ogen, neuzen heb je?

  • Lichaamsspelletjes

    • Zing allerlei kinderliedjes, -versjes en -spelletjes gecombineerd met bewegingen.

    • Laat je kind lichaamshoudingen en bewegingen nabootsen.

Zelfredzaamheid

  • Activiteiten zelf doen

    • Jas aandoen, neus snuiten, naar het toilet gaan, handen en gezicht wassen, tanden poetsen,...

    • Boterham smeren, prullenmand leegmaken, helpen met afwas,...

  • Problemen oplossen

    • Wat hebben we nodig om te zwemmen? Wat neem je mee op vakantie naar een warm land?

  • Zorg en opruimen

    • Allerlei spullen een vaste plaats geven. 

      • Zoals schooltas, speelgoed, kleding, broodtrommel,...

bottom of page