Schoolrijpheid
2. Ruimtelijk inzicht en voorbereidend rekenen
Van constructies en puzzelen tot tellen.
Ruimtelijk inzicht
​
-
Ruimtelijke begrippen
-
Laat je kind regelmatig zeggen waar iets staat of waar hij zich bevindt.
-
Gebruik zelf ruimtelijke begrippen als ‘naast’, ‘op’, ‘onder’, ‘links’, rechts’ en ‘boven’.
-
​​
-
Constructiespeelgoed
-
Speel veel met blokken en constructiemateriaal.
-
Laat je kind constructies nabouwen en benoem samen met hem de ruimtelijke relaties.
-
Gebruik speelgoed als Lego, Duplo, K’nex, Kapla, Meccano,...
-
Leer je kind plannetjes volgen.
-
​
-
Puzzelen
-
Gebruik inlegpuzzels.
-
Gebruik in het begin puzzels met weinig stukken en verhoog daarna het aantal stukken.
-
Gebruik puzzels met afbeeldingen die het kind aanspreken.
-
Maak samen met het kind zelf een puzzel.
-
Door een afbeelding in stukken te knippen en opnieuw te vormen.
-
-
​​
-
Oefenblaadjes​​ - uit het boek: Juf, mag ik overvaren? (Litière, 2008)
-
Oefening Ruimtelijk inzicht: Kleur de juiste vakjes in de juiste kleur.
-
Oefening Ruimtelijk inzicht: Teken verder aan het huis.
-
​
-
Filmpjes
-
Binnenkort beschikbaar
-
​
Voorbereidend rekenen
​
-
Leren tellen
-
Begin met kleine hoeveelheden.
-
Laat je kind vooruit en achteruit tellen.
-
Oefen met vers, lied, aftelrijmpje.
-
Doe spelletjes met een dobbelsteen.
-
Ganzenbord, paardjesspel, mens erger je niet,...
-
-
Speel spelletjes met getalbeelden en hoeveelheden.
-
Domino, vier op een rij,...
-
-
Gebruik situaties waarbij je kan tellen ook om te tellen.
-
Tel de treden bij het op- en afgaan van een trap, tel de lantaarnpalen in de straat,...
-
-
​​
-
Hoeveelheden en rekentaal
-
Tafel helpen dekken.
-
Hoeveel personen zijn er?
-
Eerst het platte bord, daarop het soepbord, links de vork, rechts de lepel en het mes.
-
-
Winkeltje spelen, iets eerlijk verdelen, torens bouwen.
-
Gebruik als ouder de volgende begrippen waar het kan.
-
‘Veel’, ‘weinig’, ‘meer’, ‘minder’, ‘meest’, ‘minst’, ‘erbij’, ‘eraf’,...
-
'Hoeveel is het samen’, ‘hoeveel zijn er over’,...
-
-
​​
-
Sorteren, vergelijken en classificeren
-
Speelgoed opruimen.
-
Ordenen en sorteren op kleur, grootte, vorm en soort.
-
Wat hoort bij elkaar? Waar staan de grote puzzels, waar staan de kleine?
-
Leg de auto’s bij elkaar.
-
Leg de blokjes per grootte of per kleur, dan is het makkelijker om te bouwen.
-
-
Sorteer een spel kaarten volgens harten, klaveren, ruiten en schoppen of volgens het cijfer.
-
Het spel ‘Schipper mag ik overvaren?’
-
Hierbij ga je classificeren.
-
'Alle kinderen met rode sokken mogen overvaren', 'Alle kinderen met een bril,...'​
-
-
-
Kijken in boeken.
-
Dit is de voorkant van het boek, we beginnen links vooraan te lezen.
-
Dit is het eerste blad, we beginnen boven aan het blad.
-
We lezen van links naar rechts.
-
Wat komt er na deze prent?
-
-
​​
-
Activiteiten doen en vragen stellen
-
Zoek een voorwerp dat langer is dan deze lat.
-
Wie is de grootste?
-
Wat is de laatste tekening?
-
Berg de viltstiften op van licht naar donker.
-
Orden de schoenen naar grootte.
-
​​
-
Oefenblaadjes​​ - uit het boek: Juf, mag ik overvaren? (Litière, 2008)
-
Oefening Tellen: Kleur de juiste zak blauw.
-
Oefening Rekenbegrippen: Kleur de juiste paddenstoel in de juiste kleur.
-
Oefening Rekenbegrippen: Teken in het juiste vakje.
-
Oefening Rekenbegrippen: Kleur het langste en het kortste in de juiste kleur.
-
Oefening Rekenbegrippen: Kleur de juiste prentjes in de juiste kleur.
-
Oefening Classificeren: Kleur de juiste dieren in de juiste kleur.
-
Oefening Classificeren: Kleur de juiste voertuigen in de juiste kleur.
-
Oefening Classificeren: Teken een kruis over het juiste figuurtje.
-
Oefening Classificeren: Doorstreep de voorwerpen die je niet nodig hebt.
-
-
Filmpjes
-
Binnenkort beschikbaar​
-