top of page

Schoolrijpheid 

2. Ruimtelijk inzicht en voorbereidend rekenen

Van constructies en puzzelen tot tellen.

Ruimtelijk inzicht

​

  • Ruimtelijke begrippen

    • Laat je kind regelmatig zeggen waar iets staat of waar hij zich bevindt.

    • Gebruik zelf ruimtelijke begrippen als ‘naast’, ‘op’, ‘onder’, ‘links’, rechts’ en ‘boven’.

​​

  • Constructiespeelgoed

    • Speel veel met blokken en constructiemateriaal.

    • Laat je kind constructies nabouwen en benoem samen met hem de ruimtelijke relaties.

    • Gebruik speelgoed als Lego, Duplo, K’nex, Kapla, Meccano,...

    • Leer je kind plannetjes volgen.

​

  • Puzzelen

    • Gebruik inlegpuzzels.

    • Gebruik in het begin puzzels met weinig stukken en verhoog daarna het aantal stukken.

    • Gebruik puzzels met afbeeldingen die het kind aanspreken.

    • Maak samen met het kind zelf een puzzel.

      • Door een afbeelding in stukken te knippen en opnieuw te vormen.

​​

​

  • Filmpjes

    • Binnenkort beschikbaar

​

Voorbereidend rekenen

​

  • Leren tellen

    • Begin met kleine hoeveelheden.

    • Laat je kind vooruit en achteruit tellen.

    • Oefen met vers, lied, aftelrijmpje.

    • Doe spelletjes met een dobbelsteen.

      • Ganzenbord, paardjesspel, mens erger je niet,...

    • Speel spelletjes met getalbeelden en hoeveelheden.

      • Domino, vier op een rij,...

    • Gebruik situaties waarbij je kan tellen ook om te tellen.

      • Tel de treden bij het op- en afgaan van een trap, tel de lantaarnpalen in de straat,...

​​

  • Hoeveelheden en rekentaal

    • Tafel helpen dekken.

      • Hoeveel personen zijn er?

      • Eerst het platte bord, daarop het soepbord, links de vork, rechts de lepel en het mes.

    • Winkeltje spelen, iets eerlijk verdelen, torens bouwen.

    • Gebruik als ouder de volgende begrippen waar het kan.

      • ‘Veel’, ‘weinig’, ‘meer’, ‘minder’, ‘meest’, ‘minst’, ‘erbij’, ‘eraf’,...

      • 'Hoeveel is het samen’, ‘hoeveel zijn er over’,...

​​

  • Sorteren, vergelijken en classificeren

    • Speelgoed opruimen. 

      • Ordenen en sorteren op kleur, grootte, vorm en soort.

      • Wat hoort bij elkaar? Waar staan de grote puzzels, waar staan de kleine?

      • Leg de auto’s bij elkaar.

      • Leg de blokjes per grootte of per kleur, dan is het makkelijker om te bouwen.

    • Sorteer een spel kaarten volgens harten, klaveren, ruiten en schoppen of volgens het cijfer.

    • Het spel ‘Schipper mag ik overvaren?’

      • Hierbij ga je classificeren.

        • 'Alle kinderen met rode sokken mogen overvaren', 'Alle kinderen met een bril,...'​

    • Kijken in boeken. 

      • Dit is de voorkant van  het boek, we beginnen links vooraan te lezen.

      • Dit is het eerste blad, we beginnen boven aan het blad.

      • We lezen van links naar rechts.

      • Wat komt er na deze prent?

​​

  • Activiteiten doen en vragen stellen

    • Zoek een voorwerp dat langer is dan deze lat.

    • Wie is de grootste?

    • Wat is de laatste tekening?

    • Berg de viltstiften op van licht naar donker.

    • Orden de schoenen naar grootte.

​​

 

  • Filmpjes

    • Binnenkort beschikbaar​

bottom of page