top of page

Ruimtelijke oriëntatie,

lateralisatie en werkrichting

Beweegt mijn kind vlot in de ruimte en voelt hij draai- en werkrichting aan?

1. Ruimtelijke oriëntatie

Bewegen in de ruimte en op papier.

Een kind moet zijn eigen lichaam en de ruimte kennen om zich goed in de ruimte en op een plat vlak te kunnen bewegen. Hij moet ook begrippen als boven, onder, voor, achter, links en rechts kennen en kunnen gebruiken.

  • Kennis  van het eigen lichaam

    • Laat je kind lichaamsdelen aanwijzen die jij noemt.

    • Wijs je neus aan.

    • Wijs je oren aan.

    • Laat je kind lichaamsdelen benoemen die jij aanwijst.

    • Wat is dit ? Kin.

    • Wat is dit? Knie.

  • Nabootsen van houdingen en bewegingen

    • Doe een lichaamshouding voor en je kind moet deze nabootsen.

    • Sta met benen open en de handen in de zij.

    • Toon prenten met lichaamshoudingen die je kind moet nabootsen.

    • Toon prent van een kind dat op één been staat en zijn handen op het hoofd legt.

  • Hanteren van ruimtelijke begrippen

    • Geef opdrachten en je kind moet ze uitvoeren

    • Ga op de stoel staan.

    • Ga zitten tussen de tafel en de stoel.

    • Wijs de auto aan die voor het huis staat.

    • Duid het popje aan dat vooraan in de rij staat.

  • Structureren van de ruimte

    • Nabouwen van blokconstructies

    • Bouw deze toren na.

    • Bouw deze auto volgens het plannetje.

  • Structureren van ruimtelijke situaties

    • Laat je kind plaatjes aanwijzen met richtingsverschillen.

    • Welke figuur is anders dan de andere?

    • Welke twee figuren zijn exact hetzelfde?

  • Bewegingsoefeningen via negenveld of zestienveld

    • Stappen of springen:

      • voorwaarts, achterwaarts,...

      • zijwaarts links en rechts,...

      • eventueel ook verplaatsingen via schuine lijnen.

> zie oefenblaadjes Negenveld en Zestienveld.

  • Constructiespeelgoed

    • Duplo

    • Lego

    • Kapla

    • K’nex

    • Meccano

    • Puzzels

  • Smartgames

    • Go getter

    • Hide ’n seek

    • Camelot

    • Smart Car

    • Castle logic

    • Color  code

> Oefenblaadjes

​​

> Filmpjes

  • Binnenkort beschikbaar

2. Lateralisatie & werkrichting

> Handvoorkeur, draairichting en werkrichting.

Lateralisatie is een complex leerproces en heeft te maken met de oriëntatie van ons lichaam en objecten in de ruimte, maar ook met de ontwikkeling van onze hersenen en onze motoriek.

Om deze oefeningen goed te begrijpen, lees je best eerst het boek “Ik zie het anders”.

Lateralisatie heeft te maken met handvoorkeur, samenwerken van de handen, ontdekken en overkruisen van de middellijn, bewegen rond de verschillende lichaamsassen: boven-onder, voor-achter en links-rechts, maar ook met de juiste werkrichting en de integratie van richtingen.

  • Oefeningen voor lichaamsschema en positiezin

    • Positiezin = positie van het eigen lichaam en lichaamsdelen waarnemen

    • Je kind ligt in ruglig op een mat of bed.

      • Moet bewegen met de lichaamsdelen die aangetikt worden.

        • Lichaamsdelen optillen, bewegen, draaien, enz.

      • Zelfde oefening, maar bewegen met het contralaterale lichaamsdeel.

        • Als linkerarm wordt aangetikt, moet de rechterarm bewegen.

      • Zelfde oefening, maar combinaties van lichaamsdelen.

        • Bijvoorbeeld linkerbeen en rechterarm worden aangetikt.

    • Je kind ligt in ruglig op een mat of bed.

      • Moet met zijn lichaam tegendruk geven als jij duwt tegen zijn lichaam.

      • Zelfde oefening maar kind in viervoethouding, op knieën en handen.

    • Je kind zit op een stoel met de ogen gesloten.

      • Moet bewegen met de lichaamsdelen die aangetikt worden.

        • ​Lichaamsdelen optillen, bewegen, draaien, enz.

      • Zelfde oefening met het contralaterale lichaamsdeel.

      • Zelfde oefening met combinaties van lichaamsdelen.

  • Oefeningen op symmetrie

    • Laat je kind met beide handen samen werpen.

      • In elke hand een tennisbal of een pittenzak.

    • Laat je kind met beide handen twee ballonnen in de lucht houden.

      • Je kind begint door in elke hand één ballon te houden.​

        • Hij slaagt de ballonnen tesamen in de lucht.​

      • Je kind houdt de ballonnen in de lucht door er telkens opnieuw tegen te slagen.​

        • Gelijktijdig met de twee handen; elke ballon met één hand.

    • Laat je kind twee sjaaltjes in de licht gooien.

      • In elke hand één, samen in de lucht gooien en met dezelfde hand weer opvangen.

    • Laat je kind met beide handen symmetrische bewegingen maken in de lucht.

      • Cirkels maken, armen spreiden en sluiten, in handen klappen in een bepaalde volgorde, enz.

    • Laat je kind in symmetrie met beide handen samen tekenen.

      • Eerst op een bord, daarna op een groot blad.

 

  • Oefeningen op ontdekken van en werken op de middellijn

    • Laat je kind met twee handen samen een dubbele blokkentoren bouwen.

      • Blokkentoren op de middellijn:

        • De linkerhand neemt links een blokje en de rechterhand neemt rechts een blokje.

        • Gelijktijdig komen beide handen en blokken naar het midden.

    • Laat je kind met twee handen samen en gelijktijdig een muntstukje in een bokaal deponeren.

      • Bokaal staat op de middellijn:

        • De linkerhand neemt links een muntstukje en de rechterhand neemt rechts een muntstukje.

        • Gelijktijdig komen beide handen en muntstukjes naar het midden.

    • Laat je kind met twee handen samen twee speelkaarten in het midden leggen.

      • De linkerhand neemt links een kaart en de rechterhand neemt rechts een kaart.

      • Gelijktijdig komen beide handen en kaarten naar het midden.

  • Oefeningen op overkruisen van de middellijn

    • Laat je kind muntjes deponeren in twee bokalen.

      • Met zijn rechterhand een muntstukje nemen aan de linkerzijde.

        • Die aan de rechterzijde in een bokaal deponeren.

      • De linkerhand neemt een muntstukje aan de rechterzijde.

        • Deze in een bokaal aan de linkerzijde deponeren.

    • Laat je kind twee blokkentorens bouwen.

      • Met zijn rechterhand een blokje nemen aan de linkerzijde.

        • Hiermee een toren bouwen aan de rechterzijde.

      • De linkerhand neemt een blokje aan de rechterzijde.

        • Bouwt hiermee een toren aan de linkerzijde.

    • Speel met je kind Memory, maar leg de kaartjes links en rechts.

      • Leg aan de linker- en rechterkant een rij van 6 prentjes

        • In de linker- en rechterrij moeten dezelfde 6 prentjes voorkomen.​

        • Met de rechterhand moet er links een kaartje worden omgedraaid.

        • Met de linkerhand moet er rechts een kaartje worden omgedraaid.

          • ​Als het dezelfde prentjes zijn mag hij de kaartjes nemen.​

          • Als ze verschillend zijn moet hij ze opnieuw omdraaien.

            • Telkens opnieuw met de rechterhand links en omgekeerd.​

  • Kruisloop

    • Laat je kind stappen ter plaatse stappen met opgeheven knieën.

      • Met de linkerhand de rechterknie aantikken.

      • Vervolgens met de rechterhand de linkerknie aantikken.

    • Dezelfde oefening maar nu worden de knieën aangetikt met de tegengestelde elleboog.

    • Laat je kind ter plaatse stappen.

      • Met zijn linkerhand achter zijn linkerbeen de rechtervoet aantikken. 

      • Vervolgens met de rechterhand de linkervoet achter zijn rechterbeen aantikken.

  • Werkrichting en integratie van beide richtingen

    • Laat je kind speelkaarten verdelen.

      • Van links naar rechts en van rechts naar links.​

      • Dezelfde oefening met de kaarten alternerend zichtbaar of omgedraaid.

        • ​zie oefenblaadje Speelkaarten.

    • Laat je kind steeknagels in een bordje steken.

      • Van links naar rechts en daarna van rechts naar links.

      • Dezelfde oefening maar volg hierbij een bepaald patroon.

        • Bijvoorbeeld: rood, geel, rood, geel, enz.

        • zie oefenblaadje Steeknagels​.

    • Laat je kind oefenen op het tekenen van het cijfer acht.

    • Laat je kind oefenen op het tekenen van een platte acht.

    • Laat je kind oefenen op het tekenen van een klaverblad.

    • Laat je kind oefenen op de dubbele lussen.

      • Met de integratie van beide draairichtingen.

        • zie oefenblaadje Lussen en dieren.

Oefenblaadjes

 

Filmpjes

  • Binnenkort beschikbaar

bottom of page